Vanmiddag zit ik te praten met psychiater/seksuoloog Tim van de Grift (40) in de praktijkruimte van Kaleidos, een Amsterdamse GGZ-instelling speciaal voor lhbtiq+‑ers. Bij Kaleidos kunnen mensen terecht voor mentale klachten die te maken hebben met hun queer zijn. Maar community building buiten de zorg is net zo belangrijk voor roze mensen, benadrukt Tim.

Tim van de Grift (foto van Kaleidos)
Een integrale benadering
Kaleidos is in 2023 opgericht door Tim en zijn collega’s Elise Nelis (ook psychiater/seksuoloog) en Lin van der Donk (psycholoog/seksuoloog). De drie oprichters merkten dat er grote behoefte was aan een speciale praktijk voor de roze gemeenschap. Tim:
‘We hadden allemaal een specialisatie ontwikkeld in het behandelen van lhbtiq+-ers met psychische klachten, en we zagen dat veel queers hulp zochten buiten de algemene GGZ-zorg. Sommige lhbtiq+-ers vonden het bijvoorbeeld te spannend om bij een “gewone” zorgverlener te komen. Anderen kampten met queer‑gerelateerde problematiek waarmee hun reguliere zorgverleners geen raad wisten.’
Tim en zijn collega’s concludeerden dus dat zij een GGZ-praktijk voor lhbtiq+-ers moesten beginnen. Bij Kaleidos werken verschillende, ervaren therapeuten – psychiaters, psychologen, seksuologen en zelfs een dramatherapeut. Zo kunnen de therapeuten de psychische klachten van roze patiënten integraal benaderen.
Binnenstromen van aanmeldingen
Al vanaf de start stroomden de aanmeldingen bij Kaleidos binnen. ‘In het begin stonden we open voor iedere lhbtiq+-er die psychische hulp nodig had’, zegt Tim. ‘Als bijvoorbeeld een man met depressieve symptomen ook toevallig homo was, kon hij bij ons terecht. Maar hierdoor raakte de praktijk snel vol. Nu moet er een relatie zijn tussen de psychische klacht en de lhbtiq+-identiteit.’
Veel patiënten vinden hun weg naar Kaleidos via een doorverwijzing. Soms is de doorverwijzer een psychotherapeut die geen vooruitgang boekt met het probleem waarmee een queer patiënt worstelt. Steeds meer patiënten nemen ook zelf het initiatief om een doorverwijzing naar Kaleidos te krijgen; zij vertellen hun huisartsen dat ze graag naar een roze GGZ-instelling willen, en naar Kaleidos in het bijzonder.
Momenteel zijn de meeste patiënten bij Kaleidos homomannen, gevolgd door transpersonen en lesbische en bi-vrouwen. Tim hoopt dat Kaleidos in de toekomst een diversere patiëntengroep binnen de regenbooggemeenschap kan bereiken.
Het belang van veerkrachtsfactoren
Kaleidos werkt veelal vanuit de theorie van minority stress. Tim legt uit wat dit inhoudt: ‘Queer personen hebben natuurlijk niet allemaal dezelfde psychische problemen. Maar ze delen wel vaak soortgelijke vervelende ervaringen. Denk bijvoorbeeld aan een vijandige omgeving, negatieve opmerkingen, pesterijen en geweld.’
Volgens Tim kunnen deze vervelende ervaringen allerlei nare gevolgen opleveren, zoals uitsluiting, lage eigenwaarde en suïcidale gedachten. ‘We noemen dit minority stress, en we behandelen hiervoor bij Kaleidos veel patiënten. Vaak gaat het om problemen met zelfacceptatie, traumaverwerking, grenzen en relaties. We helpen patiënten om inzicht te krijgen in deze problemen.’
Patiënten worden ook aangemoedigd om aan positieve kenmerken te werken, zoals trots, minority joy en community building. ‘Uit veel onderzoek blijkt namelijk dat deze “veerkrachtsfactoren” roze mensen beschermen tegen psychische klachten’, vertelt Tim. ‘Daarom hebben we veel groepsbehandelingen bij Kaleidos. Binnen deze groepen kunnen patiënten erkenning van elkaar krijgen en samen een gemeenschap opbouwen.’
Dat de meeste zorgverleners bij Kaleidos zelf lhbtiq+-ers zijn maakt de behandeling doorgaans effectiever. Zo kan een veilige therapeutische sfeer worden gecreëerd waarin de patiënt de eigen queergevoelens niet hoeft te verhullen en misschien vrijer kan uiten. Bovendien kan de therapeut sneller begrijpen wat er aan de hand is met de patiënt en welke dynamieken spelen in de roze gemeenschap.
De therapeut kan zelfs als rolmodel voor de patiënt fungeren, suggereert Tim, vooral bij jonge lhbtiq+-ers. ‘Door details over zichzelf te onthullen kan de therapeut laten zien dat je als queer persoon openlijk jezelf kan zijn, zinvol werk kan verrichten en liefdevolle relaties kan hebben.’
Community building voor roze senioren
Oudere lhbtiq+-ers komen bij Kaleidos ook met mentale klachten. Net als non-queer ouderen voelen veel lhbtiq+ senioren zich eenzaam, maar omdat lhbtiq+-ers vaker geen kinderen hebben, kan dit hun isolement versterken. Verder kunnen oude, onopgeloste issues uit het verleden weer de kop opsteken bij roze senioren, zoals weggestopte schaamte of rouwgevoelens.
Bij oudere homomannen kunnen daarbij zeer specifieke levensvragen opduiken, zegt Tim. ‘Oudere homomannen weten soms niet hoe ze zich moeten verhouden tot de homoscene, die vaak om jeugd, seks en uiterlijk gaat. Misschien past deze scene niet meer bij je als oudere roze man, omdat je meer behoefte hebt aan intimiteit en vriendschap. Maar je wilt nog steeds verbinding met andere lhbtiq+-ers. Hoe navigeer je in dit spanningsveld?’
Ook oudere lesbiennes en bi-vrouwen worstelen soms met hun mentale gezondheid. Maar, vertelt Tim, ‘We zien deze groepen minder in onze praktijk, en we weten niet precies waarom dat zo is.’ Wel is duidelijk dat oudere lesbiennes en bi-vrouwen eveneens last kunnen hebben van bijvoorbeeld communicatie- of relatieproblemen.
Roze senioren hebben daarom net zo veel baat bij activiteiten die hun mentale weerbaarheid vergroten, zoals community building. Tim:
‘Psychische klachten zijn géén intrinsiek onderdeel van het queer zijn. Deze klachten hebben veelal te maken met het structureel achterstellen van queers, in de vorm van bijvoorbeeld discriminatie en ongelijkheid. Groepen zoals het Roze Stadsdorp zijn dus cruciaal om lhbtiq+-ers te ondersteunen, zeker in deze moeilijke tijden. Zodat kwetsbare queers niet hoeven te belanden in het GGZ-circuit.’
.png)
.png)
.png)