Een kleine drie weken voor de jaarlijkse Pride Kerkdienst zit ik in de monumentale, serene Oranjekerk in De Pijp te praten met ‘roze predikant’ Wielie Elhorst (56). Door zijn tomeloze inzet voor de lhbti+ kerkelijke gemeenschap speelt Wielie een belangrijke rol bij het krijgen van meer erkenning voor en acceptatie van queer christenen binnen de kerk. Wat motiveert hem om zo voor de community op te komen?
![]() |
![]() |
Wielie Elhorst (links) en Dolly Bellefleur (rechts) tijdens de Pride Kerkdienst 2024 (foto’s: Sandra Haverman)
Iets voor anderen betekenen
‘Ik ben opgegroeid in de kerk van het Leger des Heils, ik was de vierde generatie Leger des Heils in mijn familie’, vertelt Wielie. ‘Mijn ouders waren allebei heilsofficieren, een soort dominee-functie binnen die kerk. Gemiddeld om de twee jaar moesten we verhuizen naar een andere gemeenschap. Het Leger des Heils neemt je helemaal in beslag: je moet de goede boodschap van Jezus verspreiden en daarnaar leven.’
Wielie zag het helemaal zitten. ‘In het Leger heb ik alles gedaan wat je als jonge heilssoldaat kon doen. Ik wilde net als mijn ouders ook heel graag heilsofficier worden.’
Wat hem vooral aansprak was het idee dat je iets voor anderen kon betekenen. ‘Het Leger was heel erg gericht op wat er niet klopte in de samenleving. Zo ontfermden ze zich over daklozen en organiseerden ze kledingbeurzen.’ Ook de christelijke verhalen en traditie vond Wielie reuze interessant.
We hopen dat je gelukkig wordt
Wielie’s ouders deelden de aversie van het Leger tegen onrecht en waren bovendien progressief. ‘Toen ik 18 was vertelde ik mijn moeder dat ik homo was. Ze zei: “Het is oké. We accepteren je onvoorwaardelijk en we hopen dat je gelukkig wordt.”’
Maar het Leger had er wél moeite mee. In het Legerreglement stond dat homo’s niet met kinderen mochten werken en ook geen homorelatie mochten aangaan. Bij de gereformeerde Theologische Universiteit Kampen waar Wielie ging studeren, was men gelukkig vooruitstrevender. ‘We konden zelfs een homokring oprichten binnen het studentpastoraat.’
Terwijl hij in Kampen zijn activiteiten voor het Leger voortzette, werd het spanningsveld tussen zijn openlijk homo zijn en het gedachtegoed van het Leger alleen maar groter. Hij bleef lesgeven aan kinderen, maar kreeg hiervoor geen officiële aanstelling van het Leger. En hij had inmiddels een vriendje.
Uiteindelijk kwam het tot een definitieve breuk. Eind jaren negentig stapte Wielie over naar wat toen de Gereformeerde Kerken in Nederland heette.
Gelovig dankzij mijn homoseksualiteit
Wielie voelde zich helemaal thuis bij de Gereformeerden Kerken (die later met twee andere kerken zou fuseren om de Protestantse Kerk in Nederland te vormen). ‘De gereformeerden zijn de meest activistische gelovigen in Nederland’ volgens Wielie, en dat paste perfect bij hem:
‘Geloof betekent engagement voor mij. Toen ik bij het Leger zat en ik daar achtergesteld werd vanwege mijn homoseksualiteit, kwam mijn engagement tot uitdrukking in het strijden voor gelijkheid van lhbti+-ers binnen de kerk. Mijn geloof hoort dus net zo bij me als mijn homoseksualiteit. Ik ben niet gelovig ondanks mijn homoseksualiteit, maar dankzij.’
Veel blije tranen
Zijn activistische geloof is goed tot uiting gekomen bij de Protestantse Kerk. In 2002 werd hij bestuurslid van de Stichting LKP, de landelijke koepelorganisatie van de christelijke lhbti+-beweging, en in 2007 voorzitter van de stichting. Hij leidde de zogenoemde LCC+–projecten die de sociale acceptatie van roze mensen binnen hun gelovige omgeving moesten bevorderen. Later was hij actief hierin als projectmanager. Zo ontwikkelde hij materiaal voor jongeren in geloofsgemeenschappen en voor gelovige transgender mensen, en organiseerde hij een landelijke ontmoetingsdag voor kerkelijke ambtsdragers.
Van 2016-2018 werd aan zijn projectmanager-functie een betaald ‘lhbti+‑predikantschap’ verbonden. De jaarlijkse Pride Kerkdienst was onderdeel daarvan. Deze dienst ligt hem na aan het hart:
‘Hierin staan onze ervaringen als lhbti+-ers centraal. Het is een soort thuiskomen voor mensen, hoewel ongeveer 40% van het publiek niet zo veel heeft met de kerk. Het is erg ontroerend om te midden van andere queers rechtstreeks te worden aangesproken met wat voor jou belangrijk is en om te laten zien dat wij ook onderdeel van de kerk zijn. Er vallen veel blije tranen!’
Ook de Pink Christmas Kerkdienst en de jaarlijkse IDAHOBIT-wake (ter gedachtenis van slachtoffers van homo-, bi- en transfobie) hoorden bij het lhbti+-predikantschap. Hij voerde daarnaast vele gesprekken met roze christenen, zoals asielzoekers uit conservatieve landen die worstelden met hun geloof en seksualiteit.
Inmiddels was Wielie ook aangesteld als predikant in Bussum, later gecombineerd met een hulppredikantschap in de Oranjekerk. In 2022 kwam er een tweede lhbti+-predikantschap bij, dit keer gefinancierd door de Protestantse Kerk Amsterdam. ‘Ik ben blijven doen wat ik in Amsterdam al voor de kerk deed, maar daarnaast heb ik ook werk opgepakt in de bredere queer beweging. Ik ben coördinator van de Religious Pride Commissie van Pride Amsterdam. Verder ben ik betrokken bij de organisatie van de Mensenrechtenconferentie die tijdens World Pride 2026 wordt gehouden. Sinds september 2024 ben ik bovendien predikant in Amsterdam Zuidoost.’
Ben ik hier niet te jong voor?
Door al zijn werk voor lhbti+ christenen wordt Wielie vaak ‘de roze predikant’ genoemd. Hij beschouwt het als een eretitel. ‘Zelfs mensen die niet christelijk zijn zeggen tegen mij: “Jij bent ónze predikant.” Zo word ik geregeld gevraagd om een same-sex bruiloft of een begrafenis van een gelovige lhbti+-er te leiden. Dat ik vanuit deze positie de regenbooggemeenschap kan ondersteunen vind ik fantastisch!’
Publieke erkenning voor zijn inzet voor queer christenen kreeg Wielie in de vorm van de Bob Angelo Prijs in 2014 en de Riek Stienstra Award in 2015. In 2021 werd hij ook benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. ‘Mijn eerste reactie was: ben ik hier niet te jong voor?’, grapt hij. ‘Maar het was natuurlijk een ontzettende eer, die ook een duidelijk signaal aan de kerk gaf om serieus werk te blijven maken van lhbti+‑emancipatie.’
Niet compleet zonder ons
Wielie ziet wel een verschuiving in waar hij als activist voor gaat: ‘Waar ik me vroeger inzette voor een gelijkwaardige positie van queer mensen binnen de kerk, denk ik nu: jullie zijn niet compleet zonder ons! De kerk moet diversiteit meer omarmen. Ik hoop dan ook dat er een tijd aanbreekt waar lhbti+- zijn voor niemand meer een probleem is. De kerk moet een plek zijn waar iedereen binnen kan lopen om geïnspireerd te raken – zonder dat seksualiteit of genderidentiteit hierbij een belemmering vormt.’
Ook dit jaar coördineert Wielie de Pride Kerkdienst, die plaatsvindt op 3 augustus om 12.00 uur in de Keizersgrachtkerk. |