Volgens Bert Keizer hebben veel minder mensen dementie dan vaak wordt beweerd. Hij toonde een overzichtelijke PowerPoint-presentatie waarin hij de verschillende fasen van dementie uitlegde:
-
Het bedreigde ik: Toename van vergeetachtigheid, gepaard met angst voor dementie.
-
Het verdwaalde ik: Desoriëntatie in tijd, plaats en persoon.
-
Het verborgen ik: Terugtrekking in zichzelf door schaamte over het onvermogen om normale activiteiten uit te voeren.
-
Het verzonken ik: Contactloosheid neemt toe, en de persoon raakt snel overprikkeld.
-
Gevorderde dementie: Het eindstadium, gekarakteriseerd door verlies van alle cognitieve functies.
-
Het vegetatieve bestaan: Het allerlaatste stadium waarin de persoon in een bijna volledig passieve staat verkeert.
Zijn nuchtere stijl, doorspekt met humor en relativering, zorgde ervoor dat de sfeer licht bleef. Het was verhelderend wat hij vertelde over medicatie: "Niets helpt echt, hooguit wordt de achteruitgang een beetje uitgesteld." Hoewel dementie-onderzoek 'booming' is, levert het vaak weinig op. Veel artsen missen essentiële kennis, terwijl er wel degelijk wat kan worden gedaan. Zo blijven vroeg aangeleerde vaardigheden, zoals pianospelen, dansen, zwemmen, tekenen, geuren herkennen en oude herinneringen, vaak lang behouden.
Keizer besprak het belang van een wilsverklaring. Deze is nuttig als praatpapier, maar heeft vooral juridische waarde, als de patient niet meer wilsbekwaam is. Zolang de patient bij beginnende dementie nog zelf kan aangeven dat hij euthanasie wil, en wilsbekwaam is ten opzichte van zijn wens, is een wilsverklaring niet perse noodzakelijk, maar wel behulpzaam.
Wilsbekwaamheid houdt in dat de persoon zich bewust is van wat dementie voor hem of haar betekent en waarom alternatieven, zoals medicatie tegen depressie of ziekenhuisopname, niet meer gewenst zijn.
Maar als de patient zelf niet meer kan zeggen dat hij/zij euthanasie wenst, en niet in staat is weloverwogen aan te geven waarom er sprake is van ondraaglijk lijden, kan de arts toch de euthanasie uitvoeren, als er een wilsverklaring is, waarin de patient duidelijk beschreven heeft.