De Kom was een activist die zich in Suriname met hand en tand verzette tegen het kolonialisme. Het Nederlandse Gouvernement verbande hem naar Nederland. Ook daar werd hij actief in het verzet, in dit geval tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Onrecht en onderdrukking verdroeg hij niet. Hij streefde altijd en overal sociale rechtvaardigheid na. In 1945 stierf hij op 47-jarige leeftijd in een concentratiekamp.
Zijn uitlating: ‘strijden ga ik, eerst na de overwinning kom ik terug’, was de rode draad in zijn leven. Het beeld van hem dat onder zwarte Surinamers leefde was dat van een dapper en uit goed hout gesneden strijder.
Dit profiel heeft Jikke voor ogen gehad toen zij de opdracht kreeg om Anton de Kom te ‘verbeelden’. De opdracht luidde: een figuratief gelijkend beeld, dat zijn gedachtengoed verbeeldt. Ze zocht hiervoor in Suriname een boom van twee meter en liet deze naar Nederland transporteren.
Dat zij, een witte vrouw, uit vier kunstenaars werd gekozen voor de opdracht, riep heftige reacties op. De overwegend zwarte Bijlmerbevolking sprak zijn afkeuring uit. De onduidelijke procedures bij uitschrijving van de opdracht speelden de tegenstanders in de kaart. De stemming zou niet eerlijk zijn verlopen, de voorkeur voor een Surinaamse beeldhouwer was niet gehonoreerd.
Tijdens de roerige en onrustige onthulling op 24 april 2006 wonden actievoerders zich op over hoe hun Anton was vormgegeven. De blote borst was verwerpelijk, hij leek wel een inboorling, voor meer dan de helft naakt, met een afgehakte hand en een mismaakte arm. Meer slaaf dan held. Het beeld zou te maatschappelijk en politiserend zijn. De pijn van het koloniaal verleden was voelbaar. De voorstanders benadrukten echter dat het beeld van kracht getuigde en de blote bast van fierheid en kwetsbaarheid.
Kortom, dit beeld maakt nieuwsgierig, daagt uit tot maatschappelijke discussie, legt vooral geen zwijgen op en brengt pijn en trots samen. Een verrijkend beeld. Dank.