EXTRA LARGE in de Kunsthal!

De tentoonstelling EXTRA LARGE in de Kunsthal  laat honderd jaar geschiedenis zien van het tapijt, vanaf de Eerste Wereldoorlog tot nu. Rud Perree vertelt.

In de auto hoorde ik pas dat we naar Rotterdam gingen. In mijn speurwerk naar een boeiende tentoonstelling had ik er daar geen ontdekt. 't Zou mij benieuwen…

Verhaal Rud Perree over tentoonstelling EXTRA LARGE in de Kunsthal-foto 1
De tentoonstelling EXTRA LARGE laat honderd jaar geschiedenis zien van het tapijt, vanaf de Eerste Wereldoorlog tot nu. De weeftechniek van kleden - sinds 1600 al toegepast - is niet veel veranderd, de onderwerpkeuze wel.

Met scepsis begin ik aan de tentoonstelling. Ik ben een leek, met weinig gefundeerde oordelen. Aan wandkleden en -bekledingen loop ik altijd voorbij. Ik laat me nooit aanspreken door veldslagen, zegetochten, propaganda en zedenpreken achter religieuze en maatschappelijke beeltenissen, die de wandkleden doorgaans sieren.

Ik kom in een vrij donkere ruimte, tapijten zorgvuldig aangelicht en de toelichtingbordjes leesbaar in spot. De formaten zijn overwegend imposant groot. De grootte is overdonderend en vraagt om langer kijken, afstand nemen en er weer naartoe lopen. Ontdekken wat het materiaal is, de diversiteit aan kleuren, de opbouw van tinten, de tactiliteit, die het verbod van ‘niet aankomen’ doet vergeten. De vakvaardigheid moet immens zijn en het maken neemt ongelooflijk veel tijd in beslag: tot wel zes jaar en soms nog veel langer.

Afhankelijk van de opdrachtgever - de staat, de royalty, de betere klasse of maatschappelijke instellingen - komen onderwerp en vormgeving tot stand. De speelruimte voor de wever is klein. Na de Tweede Wereldoorlog verandert het karakter van opdrachten. De uitvoerder heeft meer eigen inbreng: aan vakmanschap kan creativiteit worden toegevoegd. De traditionele wevers-werkplaatsen zijn niet alleen meer van de staat.

Verhaal Rud Perree over tentoonstelling EXTRA LARGE in de Kunsthal-foto 2

Het resultaat wordt steeds autonomer. Van een stoffig imago is nauwelijks meer sprake. De kleurenrijkdom, de textuur, de uitstraling en aaibaarheid zijn onnavolgbaar en altijd origineel. De ontwikkelingen gaan gewoon door. Het vlakke wandkleed golft, komt uit de achtergrond naar voren, er verschijnen gaten in de komposities en de markering van het kleed wordt overschreden.

Ik heb een ontdekkingsreis gehad, heb vooroordelen losgelaten en ben overtuigd geraakt van de rijkdom van deze kunstuiting. Woorden schieten tekort, ogen overtuigen en handen roepen een nieuwe beleving op.
AAIEN MAAR!