Op 23 oktober 2022 werd tijdens het jubileumfeest van het Roze Stadsdorp een geschilderd portret onthuld van Nico (Niek) Engelschman (1913-1988): acteur, verzetsstrijder, homoactivist, medeoprichter van het COC en daarvan 19 jaar het gezicht. Herman Morssink, de maker van het schilderij, lichtte toe hoe het op initiatief van de stichting Roze in Verzet tot stand is gekomen. Het portret van Niek Engelschman oogstte alom bewondering. Niek’s partner Jan Onrust en nichtje Ingrid Engelschman verrichtten de onthulling. Ze waren blij verrast door het warme applaus en pinkten een traantje van ontroering weg.


Portret van Niek Engelschman met de maker Herman Morssink


Niek Engelschman alias Bob Angelo

In de Tweede Wereldoorlog kwam Niek Engelschman samen met zijn broer Hennie in het verzet terecht. Ze maakten en distribueerden illegale bladen. Ook hielpen zij onderduikadressen voor Joden te vinden. Niek was in 1939 medeoprichter van het homoblad Levensrecht en in 1946 van de Shakespeareclub, waaruit in 1948 het COC is voortgekomen. Hij werd daarvan de eerste voorzitter, directeur en redacteur. Toen hij in 1962 terugtrad, benoemde het COC hem tot erevoorzitter. In 1986 werd hij Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Naast en na zijn werk voor het COC was Niek werkzaam als acteur en regisseur. In 1959 maakte hij deel uit van het toneelgezelschap Studio dat onder leiding van Kees van Iersel modern repertoire op het podium bracht. Niek had verschillende televisierollen, zoals in de serie Floris en het toneelstuk De Vlieg dat in 1978 een Emmy Award ontving. Ook speelde hij in de films Geen Paniek (1973), Keetje Tippel (1975) en Het Verleden (1982). Niek gebruikte het pseudoniem Bob Angelo. Als postuum eerbetoon riep het COC in 1991 de Bob Angelo Penning in het leven om jaarlijks personen, groepen of organisaties te eren die zich verdienstelijk maken voor de lhbti+ emancipatie. In 2002 kreeg de brug over de Keizersgracht bij het Homomonument op de Westermarkt zijn naam.

Liefde op het eerste gezicht

Van 1972 tot zijn overlijden in 1988 leefde Niek samen met verpleegkundige Jan Onrust. Jan verblijft sinds 2,5 jaar in woonzorgcentrum De Rietvinck. Hij is er zeer tevreden. In het ruime appartement zijn veel foto’s van Niek te zien. Niek overleed 34 jaar geleden, maar Jan denkt nog elke dag aan hem ‘We hebben elkaar in COC-sociëteit De Schakel leren kennen. Van mijn kant liefde op het eerste gezicht. Niek was een sterke persoonlijkheid met een bijzondere uitstraling. Hij had een natuurlijk overwicht en dwong respect af. Hij wist precies wat hij wilde en wat er moest gebeuren om de emancipatie van lhbti+’ers te bevorderen. Zij moesten gelijkwaardige en gerespecteerde medeburgers kunnen zijn. Hij verwees altijd naar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens die de Verenigde Naties in 1948 hadden aangenomen.’

Jan Onrust, voormalig partner van Niek EngelschmanJan Onrust, voormalig partner van Niek Engelschman

‘Ik denk nog elke dag aan hem’

Jan: ‘Bij onze eerste ontmoeting was ik 21 en Niek 59. Ik kende hem niet en het duurde een tijdje voordat ik in de gaten kreeg hoe belangrijk hij was in de lhbti+ wereld. Dat kwam ook door zijn bescheidenheid. Iedereen dacht dat hij een vaderfiguur voor me was. Integendeel, ik had een lieve vader en heel goed contact met hem. Niek en ik gingen ondanks het leeftijdsverschil gelijkwaardig met elkaar om. Als ik het ergens niet mee eens was en commentaar leverde, ook op zijn werk, dan stond hij daar altijd voor open. We hadden een sterke band en samen veel plezier. Ik denk nog elke dag aan hem.’

Vooruitgang

In 1949 zei Niek: ‘Heel langzaam wint het inzicht veld dat ras, kleur, geloof en levensovertuiging geen reden tot discriminatie of vervolging mogen zijn. Heel langzaam zal dan de opvatting veld winnen dat homophielen volstrekt gewone mensen zijn met dezelfde menselijke tekortkomingen en liefdesgevoelens als alle anderen.’ We leven inmiddels in 2022. Mede dankzij Niek Engelschman is er veel vooruitgang geboekt. Maar of hij over de huidige acceptatie en integratie van lhbti+’ers helemaal tevreden zou zijn geweest …

Stichting Roze in Verzet

De stichting Roze in Verzet wil verzetshelden met een lhbti+ oriëntatie zichtbaar maken. Wie waren zij? Wat bewoog hen? Wat kunnen we van hen leren? De website van de stichting geeft antwoorden. Georganiseerd worden activiteiten als lezingen, exposities en theatervoorstellingen. Voorzitter Gerrit Reijnen: ‘Met enkele donateurs zijn we in 2018 het avontuur begonnen. Kunstschilder Herman Morssink ging portretten van roze verzetsmensen maken. Met crowdfunding zamelen we geld in om een prachtige collectie tot stand te brengen. We voegen bij elk portret het persoonlijke verhaal. Behalve Niek Engelschman zijn Willem Arondeüs, Frieda Belinfante, Ru Paré, Sjoerd Bakker en Jef Last geschilderd. Destijds jonge mensen die een grote verantwoordelijkheid op zich namen. Na de oorlog moesten ze als het ware opnieuw onderduiken. Onderdrukking van lhbti+’ers was toen groter dan tijdens de oorlog. Roze verzetshelden zijn daarom waarschijnlijk minder geëerd. Dat wil onze stichting recht zetten.’


Schilder Herman Morssink

Herman Morssink is grafisch vormgever, artdirector en schildert sinds 2000. Met een voorkeur voor portretten waarin hij probeert de ziel van de geportretteerde tot uitdrukking te brengen. ‘Een beeld kan volgens mij meer vertellen dan duizend woorden. Ik heb inmiddels zo’n 20 verzetsstrijders geschilderd aan de hand van foto’s. Niet alleen mensen met een roze signatuur. Ook bijvoorbeeld Truus Menger (die later het beroemde beeld in Haarlem maakte ter nagedachtenis van haar verzetscollega Hannie Schaft) en George Maduro (naar wie Madurodam genoemd is). Ik werd door de activiteiten van de stichting Roze in Verzet zo enthousiast dat ik penningmeester ben geworden.