MENSEN MONDIGER MAKEN IS MIJN MISSIE

Interview met Lucie Gunsing, coördinator van de Buurtgroep Centrum West en lid van de Commissie buurtgroepen.

Lucie Gunsing behoort tot de Roze Stadsdorpers van het tweede uur. In 1998 leerde ze tijdens de Gay Games Ineke Kraus kennen die later het Roze Stadsdorp Amsterdam (RSA) zou oprichten. Een netwerk van oudere LHBTQI-ers in Amsterdam sprak Lucie meteen aan en ze stapte al snel in. Toen het plan ontstond om ook op buurtniveau initiatieven te ontplooien, haakte Lucie bij drie buurtgenoten aan om vorm te geven aan de Buurtgroep Centrum WestInmiddels is zij mede-coördinator.

“Naar de eerste bijeenkomst van de buurtgroep kwamen zo’n 25 mensen. Het was de bedoeling drie keer een ontmoeting te plannen om elkaar te leren kennen. Voor sommigen voelde het kennelijk wat onwennig, want de tweede keer kwam nog maar de helft opdagen. Aan onderlinge hulp bleek niet direct behoefte. Vrijwel iedereen kon daarvoor op een eigen achterban terugvallen. Dubbeling met activiteiten die al centraal voor de hele stad werden georganiseerd, was niet zinvol. Wel werd meer persoonlijk contact toegejuicht. Inmiddels hebben 20 buurtgenoten de weg gevonden naar onze maandelijkse borreltafel in café Saarein; per keer zijn gemiddeld 10 van hen aanwezig.”

Van bedeesd eendje naar extraverte zwaan
Wie de Lucie van nu op zestigjarige leeftijd ontmoet, kan zich nauwelijks voorstellen dat ze – volgens eigen zeggen – tot in haar studententijd een schuchter meisje was. Ze doorliep plichtsgetrouw de middelbare school in Oss en de HBOV (hoger beroepsonderwijs verpleegkunde) in Eindhoven. In het laatste studiejaar werd Lucie wakker. “Ik kreeg het steeds moeilijker met het systeem in de zorg en kon niet langer aanzien dat patiënten daar vaak de dupe van werden. Ik deed bijvoorbeeld te lang over het wassen van patiënten en besteedde te veel tijd aan het zelf laten uitkiezen van hun kleding. Mijn ideaal om iets voor mensen te betekenen kon ik hier niet verwezenlijken.”

Lucie zocht een maatschappijkritischer studie en schreef zich in voor de parttime opleiding inrichtingswerk aan de sociale academie De Horst in Driebergen. Ze ging bij een Blijf-van-mijn-lijf-huis werken en trok zich vooral het lot van de daar wonende kinderen aan. Vervolgens ging Lucie zich op overkoepelend niveau met het begeleiden van die kinderen bezighouden. Ook werd ze voorzitter van het landelijk overleg Blijf-van-mijn-lijf-huizen. Na enkele andere banen, eerst als groepswerker en later als beleidsmaker, keerde Lucie in 2006 terug naar haar oude werkveld. Ze is nu kindbegeleider van Blijf Groep (zoals een Blijf-van-mijn-lijf-huis tegenwoordig heet) locatie Zaanstreek/ Waterland. Lucie zit in de ondernemingsraad en is lid van de interne auditcommissie.

Ik houd van mensen, maar een relatie wil ik met een vrouw
“De eerste keer zoenen met een vrouw was een openbaring. Ik kwam thuis… Vanaf dat moment wilde ik alleen nog maar een relatie met een vrouw. Die kwam er al gauw. Ik vlinderde in het begin en kreeg daarna enkele serieuze relaties. Al heel lang leefde er een kinderwens. Ik zette de Werkgroep alleen moederen op om met andere vrouwen te sparren en gezamenlijk in actie te komen. Zoals vaak lag er een kloof tussen droom en daad. Het duurde lang voordat ik geïnsemineerd kon worden. Uiteindelijk was de cirkel rond. Ik werd zwanger en ontmoette de vrouw die de meemoeder van mijn twee dochters is geworden. Myla van 21 studeert nu commerciële economie, Yoeke van 19 biomedische wetenschappen. Mijn vroegere passie voor sport (volleybal en tennis) heeft Yoeke meegekregen. Zij werd Nederlands kampioen tafeltennis en speelt in het team van de eredivisie. De meemoeder en ik zijn drie jaar geleden uit elkaar gegaan. Maar de gezinsband is gelukkig overeind gebleven.”

BOM
Op haar werk sprak Lucie zich tegenover cliënten niet uit over het lesbisch zijn. Ze vond het veiliger zich voor te stellen als Bewust Ongehuwde Moeder (BOM). Destijds een emancipatorische noviteit waarop Lucie graag meeliftte.
“Hoewel van een open sfeer zoals in de tv-serie De Luizenmoeder nog geen sprake was, hoefde ik op het schoolplein gelukkig geen verstoppertje te spelen. Halverwege de basisschool heb ik mijn kinderen verteld dat zij geen vader hebben, maar een anonieme donor. Ik kreeg veel steun van mijn moeder die enorm blij was met twee onverwachte kleinkinderen.”

De betekenis van het Roze Stadsdorp Amsterdam
“Ik vind het van groot belang in contact met anderen mezelf te kunnen zijn en natuurlijk ook dat anderen zichzelf kunnen zijn. Dat gevoel ervaar ik tijdens de bijeenkomsten van het Roze Stadsdorp. Het fijne van de contacten met Roze Stadsdorpers is dat we elkaar vaak met een half woord begrijpen. En dat het maken van roze grapjes iets vanzelfsprekends is.
Door het Roze Stadsdorp Amsterdam ontstaat er als het ware een roze netwerk in de stad. En via de buurtgroepen maak je kennis met je roze (bijna) buren. Ik denk dat dit kan bijdragen aan het voorkomen van het op latere leeftijd ‘terug in de kast’ moeten gaan en vereenzamen.”

Missie
Mensen mondiger maken om zich te ontwikkelen en meer te bereiken is altijd Lucie’s missie geweest. “Uit werk en persoonlijke ervaring weet ik hoe zinvol het is voor jezelf en voor anderen op te komen. Ook binnen het Roze Stadsdorp probeer ik te stimuleren en activeren om op oudere leeftijd zo veel mogelijk uit het leven te halen. Daarom ben ik lid geworden van de Commissie buurtgroepen die als denktank van het bestuur van het Roze Stadsdorp adviseert over wat er in de toekomst voor onze community kan worden ontwikkeld.

Het elkaar leren kennen binnen het Roze Stadsdorp en het ontstaan van wederzijds vertrouwen kan de drempel verlagen om zo nodig ook in praktisch opzicht iets voor elkaar te betekenen. Het is voor velen van ons minder vanzelfsprekend dat familieleden voor ondersteuning zorgen. Het zou mooi zijn als via het Roze Stadsdorp af en toe ook een praktisch ‘handje helpen’ zou kunnen ontstaan. Want zeg nou zelf: hoe veilig voelt het om onder elkaar te zijn, ook wanneer je dat eens nodig hebt.”